Letter from Melijn archive
Item
-
Title
-
Letter from Melijn archive
-
Description
-
en
MOMU_T94_192_0030
-
Date Created
-
27/11/2015
-
page start
-
en
30
-
Language
-
en
nl
-
textline_id
-
en
region_1644582835107_1465l2
-
status
-
en
unreviewed
-
transcript of
-
en
Ady 30 gber 1729
Gendt raeet Coppens
op 17 deser was aen ue mijnen laesten met advies van de versendinge van de
de boeckies goudt sedert besomen ue aengename van den selven dato dien
volgens sal de calseye trachten te verpachten ten betten mogelijck
lieve de smet solude nu oock ƒ 400:- geven, maer oordeelen sier prejuiial
soude sijn voor het toecomende aen hem de preferrentie te geven, de calsye
en de bruggen, sijn nu in goeden staedt, & men is doende met vijfgrijkens
te slagen aen het vlaems hooft, alle dese reparatien sullen vrij wat
gelt costen, daer is niet eenen schepenen van wijndreckt die savel heeft
willen voeren als rottier.
hebbe aen de pachters van lidrecht geschreven dat sij souden comen betalen
doch tot nu toe niemant et omgesien, pauwils. van geent is bij de vier seeve
packt schuldigh, soo dat dien wel mochte betrocken worden, dogh het ware hoodig
dat men sulst wijstelde, tot dat het lant besaeydt was, Jan luijckn moet
noch sedert het jaer i827 dat niet ten vollen betaelt is. den grooten packten
is wel, hebbe oock geschreven aen den pachter van elverseil, die men leght
doodt te sijn, den vader is als borge principael, wat ue geraden vindt ontrant
dese pachters sal geirne vernemen om vervolgens te reguleren, in gesloten
lopiye van eenen brief van mevroun van Zeller, waer bij sij laet wieten,
dat mons: desping dreyght. laisissement te doen, ingevallen de verheffen
niet gedaen worden, tgene soude connen geschieden voor het gemeyn
sterfhuys, sonder prefuditie van ider syk gerechtigheijdt waer over versoecke
aen matante van Zeller te schrijven als mede tas ende den boone putte
op het stedesien van puere villers het waer te wenschen, dat onse
scheydinge & deylinge gedaen was want het is sekerlijck seer prejuditiabel
voor ul & voor ons, de heeren arbiters clagen, dat ue sijne pretntie
niet over geeft nochte antwoordt becomen, op den brief die dheer advocaet
vinckk aen ue geschreven heeft vakende ul: belangen over te geven,
versoeckende het selve op het spoedighste te doen, ingevalle noch niet
geschiedt is, dem eens een eynde te hebben, tot contentement Jan ons
beyde voorders hebbe vernomen van dh van Ressel, uls dat het goudt
ue wel is ter hant gecomen, & heeft aen mijn liefste, eenige paren
seinder hantschoentiens ter hant gestelt die wy surelief bevinden & sullen
de selve met danckbaereijdt voldoen, & waer nme capatel sijn, iue diente
te doen, gelieft maer liber de comanderen, de mutsskens voor sils, sijn
noch niet gesomn hebben differente reysen daerom gesonden, waer
mede blijve sinserelijckx
mijn liefste doedt ul &me vrouw ue beminde benevens mijn heer ul
broeder versetieren van haer respect, gelijck ick mete ben doende
& groeten uey uyter harten
mevrouw van merchtem, is met hare geheele familie int sterfhuys
& ue provisie is daer noch,