Letter from Melijn archive
Item
-
Title
-
Letter from Melijn archive
-
Description
-
en
MOMU_T94_192_0085
-
Date Created
-
27/11/2015
-
page start
-
en
85
-
Language
-
en
nl
-
textline_id
-
en
region_1644584942642_2176l17
-
status
-
en
unreviewed
-
transcript of
-
en
Adij 17 xber 1733
Messele Moenssens
ben verwondert dat van ue niets verneme, te meer omdat ue mij geseyet
hebt dat met den schepenen raer op den gepasseerden sondagh hier soude
geweest hebben ue stiltwijgensheydt doet mij gelooven dat de bemuste
saske, geen effeet sal hebben, dit soo sijnde pretendere datter noyt en
woorst meer van sal worden gesproken laetende mij daer seer wijnigh
aen gelegen den ballin is wat het gelt van den hap van de voonen
niet vingesien, ce magh hem dat wil vragen, alloo aen hem geschre
hebbe, dat hij die peingen in ue handen soude stellen, om aen mij
over te leveren voorders verneme niets van Jan verstoaten nopens te
& bette hoorden van sijne seinderen die hy schuldigh is, nochte den
vrij brief van de laeste gestorve wed: Coppians comt oon
niet wille wel accordiren met de afgenamen van den overleren
greffier, over het besten hooft soo sonde ue sijn suster wal eens
connen spreien, wil hopen dat ul toecomende vrijdaghs in ttaet
sult comen, soo niet versoecke een lettersien entwoordt, om
volgens te reguseren waer mede naer groetenisse blijve