Letter from Melijn archive

Item

Title
Letter from Melijn archive
Description
en MOMU_T94_192_0132
Date Created
27/11/2015
Is Part Of
T94-192
page start
en 132
Language
en nl
altofiles
view altofile
textline_id
en region_1644587026973_2826l15
status
en unreviewed
transcript of
en Adij 3 Julij 1734
Basel Jacobus Claus
ul: brief gedateert op heden soo aenstonts ontfanghen, waer op tut
antwoordt segge dat voor eerst ul: mijn brief de dato 17 april
lest niet moet wel verstaen, oft niet ontfanghe hebt waerende
den selven geaddresseert geweest an Jan Plans ofte des selfs
arfgenanten, & alsoo naerder vernomen hebbe, dat ditto claus
ul broeder wat, & dat mij geseydt is, dat mij bij ul. soude adresseeren
om paert te geven van mijn recht in open de den 18. penninck
op datter geene ignorantie soude wesen van mijne advectentie
in gevalle het kant dagh gemaecktt wirst toe hebbe mijnen
tiweeden brief, direct aen ul: geaddresseert in gedachten lijnde
dat ue part t deel heeft in de 5 gemeten cants in questie
sij en qualitijet als memboir oven de sunderen val ul s vooss
broeder Jan Claus oft wel als eefgenaem, ick can niet weeten
eie als mi den rechten proprittaris is. ick hebbe de twee
voorige brieven geschreven bij advertentie uyt liefde
vn mijnen even naetten, op geene onnoodege oncosten te
seegen, ofte aen te doen, ick weete wel, dat de 3 gemeten
ul oft ue vrinden niet int geheel toecomnn alsoo op mijnen
schijt svoeck staet als volght
Nu Jan laus Causa uxus vidua doos van esbacke
voor ½ diel & de wiese Jan mertije voor 3 deelen
op 5 gemeten lants t soo dat ul: maer ½ paert heeft
in die 5gemet en Jan mertijn woont hier op het vlanns
heeft die dea 18: penniuck sal betalen van de Coopsome
2
van sijn ⅓ paerten n de voors 5 gemeben soo dat ue: maer
moet betalen den 18 peninck van de coopsome van het
resterende ½ deel, tot ul naeright het waer te veel schrijvens
om alle betooninge te doen bij misseve gelieft ul: hier nae
antwerpen te somen sal ul alle satisfactie geven dat ten
hooghtt ue sult content wesen dogh in gevalle ul niet en
sal comen te vernemen moet niet qualijck nmen dat
mjn recht vervolge, waer mede naer groetenisse blijve
Melhille Jan B. Moenssens