Letter from Melijn archive
Item
-
Title
-
Letter from Melijn archive
-
Description
-
en
MOMU_T94_192_0159
-
Date Created
-
27/11/2015
-
page start
-
en
159
-
Language
-
en
nl
-
textline_id
-
en
region_1644587753496_3150l3
-
status
-
en
unreviewed
-
transcript of
-
en
Adij 8 febru: 1736
ue brief sonder dato is mij door den bove, wel behandight waer bij sien, dat
de hoost schepenen van goede sentimenten sijn, om den persoonne in questie
te vervolgen, oordeele nu voorders mede, dat het niet noodigh is
dat in de attestatie mentie gemaeckt woort van het dicht planten,
vn de essche, oft andere boomen maer subte moet in het request
ingevoeght worden, ick hebbe hier een profect van requeste doen
gottellen, hut gene tegens toecomenden vrijdaghe gereedt sal wesen
daeron, als ul op vrijdagh opt vlaems hooft sult wesen, & de bornen
gehoort sult hebben comt den eens over om het selve ue ter hant
te stellen, & ingewalle ue niet comen can, sendt dan den schepenen
bode int request mort soo wel geclaeght worden, soo over de
boonen, als over dat hij pretendeert nimant sonder sijn permissie
opt vlaems looft sal mogen comen woonen, dat wel een van de
poincipaelste asticulen is, want ley soude sigh meester mas en
over de ingesetene, die daer naer geen latten meer souden
betalen en laet niet naer van eene particuliere altestatie
te nemen, over het gedaen herck geboot, het gerat met een
moeyte door, & is seer nooitsakelijck niet voor onse sakie
maer om de selve te doen fuciliteren langs het geestelijck
mij moeten alle bedenckelijcke oppositien doen dit van ue
vertrouwende & blijve met verlangen van te vernemen wat
sal sijn gepasseert
T94-192
