Letter from Melijn archive
Item
-
Title
-
Letter from Melijn archive
-
Description
-
en
MOMU_T94_192_0223
-
Date Created
-
27/11/2015
-
page start
-
en
223
-
Language
-
en
nl
-
textline_id
-
en
r2l28
-
status
-
en
unreviewed
-
transcript of
-
en
Adij 8 febru 1742
Gendt dh. advoiart basilius
ue aengename 3 deser met project van requeste sen latte
Joos van bossche tot het doen van den requireerden hedt wil
ontfanghen, & hebbe het selve alsoo doen indienen,
daer is mij nu ter hant gestelt de duplique van hendrick
hersens ingedient twelck aen ue: hier benevens toesende
om het selve te beantwoorden
alsoo wij bij requerte geposeert hebben dat hj brouwe
overleden was op 25 gber 1741 soo prevaleent hij sigh, van
te seggens dat de liolybeeste voor de doodt van sijne
huys vrouve verscoght was, dat contrarie is termits
sij begraven is volgens den doort brief op 24 ges & de hoey beette
t 22 gber vercoght is, oock men begraeft de menschen niet ten
date als sij gastorven sijn, oft seer vaer soo ist claer blijsiende
dat die vrouwe op 23 gber moet gestorven sijn & de bieste
daeghs naer de doodt geralieneert. dat ue: otgegeven hebbe
op 25 gber gestorven is geweest volgens het schrijven van
mijnen greffier, mij dunckt dat sullx behoorde de toont te
worden, eghter gedrage mij geheel aen ue want ben geenen
reghts geleerden.
oorders moet sijn ermoede soo groet niet sijn vermits den
pastor wver de begrafenisse wel betaelt wordt, & dat hy
de bieste in taude verkoght heeft blijckt bij sijn antwoort
aen de schepenen, die verkoght te hebben tot betalinge dan
de begraetenisse, en voordere subtistentie, dat bj vrouwe
niet en hadde gestorven, hij soude sekerlijck sijne soey bieste
niet versioght hebben
maer vam
sijne over groote arn
-menschen
sijnen slegter had
ropen, te daer
hunne beesten, op
elte hooft
soude selden iets 8a
te onde
waetr gans te niet
ƒ
dre, din dat
van dheeljckeydt
½ antwoort
icks te beter sien
oorsere
op de duplique a
schisteeren, hebbe
den pastoor
us sinde uyt de
telt
gittorven binnes
dato van den
sot dat het soude h
sterfdagh in plaetse van uen
est sakiiu dat het niet noodigh is d'ingeslotene copiyen weder
te senden, soo soude ue: onder sigh connen houden voor het
toecomendie
se
T94-192
