Letter from Melijn archive

Item

Title
Letter from Melijn archive
Description
en MOMU_T94_192_0232
Date Created
27/11/2015
Is Part Of
T94-192
page start
en 232
Language
en nl
altofiles
view altofile
textline_id
en region_1644590786431_4079l22
status
en unreviewed
transcript of
en Ady 24 aug. 1742
Gandt advocart basilius
beyde ue aengename van 26 & 28 pass op hun tijdt wel ontfangeen
bij den eersten ue advies ontrent de verkoghte landen gelegen onder
d heerlijckheijdt van borcht, in den lande van waes, soo ick uyt
use brief vatten can, soo nemt ue al ofter twee boedels waerom
si moet weten, dat den meen gestorven is 3 a 4jaeren door het
fallissement van de vrouwe, soo dat het sterrhuys Jan den man
niet voor banqueroet genomen en wordt al hoe wel van
sijnen tijdt af tertresse is gemeest de vrinden van den man
hebben reght tot het vlaems goedt voorde heeft dogh de gene
die hier woonen, willen hen door befgenaeem niet declarerey
nochte sullen men, sjn sterthuys niet aen trecken, wil
wetende, datter sootresse is geweest, dogh andere die arm
sijn, & niet te verliesen hebben, souden de Coopers van de
vlaemse goederen comen ontruste, binnen de 30 jucvan
tnse advoiaten sijn van advies, dat mij soude laeten
goeden in die partije van landen & dat de penningen onder
mij souden blijven gesegelt door den cutateur waer over
64
ik met den suratens eens ben, & dat den curateur alle de voinden
moet intineren bij purge oock vinden sij niet onsernden dat
ick een pudge over het lant alleen in vlaenderen soude laten
doen, daerom wenste wel van uls te weeten, hoe veel soo een
purge soude costen, & op wat maniere die sende moeten geschreden
tsij in den rate van vlaenderen, ofte voor schepene van gedeele
ick soude die porge wel laeten doen, om bevrijtt sijn Jan
binnen de 30 jaeren geene extorsien te lijden, mij dunckt dat
den curateur in den rade Jan Brabant oock sal tenteren, over
geheel het sterhuys van den overleden man. dese affairens
hebben mij soo veee occupatien gegeven, dat niet veel op de
twee derlorene processen gepeust hebbe, niet te men hebbe
met groot gevoelen gasien het advies van ue benevens dhier
adviant costier ontrent de sake tegens kersins ick refervore
mij geheel aen ul oordeel en ben te vreeden, daer inne te doon
gelijck geraden sult vinden evenwel dat versehert waere dat
in ten raede gouderen soude, ick soude syn in solventie niet
aen sien, want tis dan soo groote conscquentie, dat de insetene
van nu as laeten luyden, al oft sij voij syn vant besten hoort
& sal sekerlijck niet een hoey biest voor comen oft sal verstcken
ot verkoght sijn oock sullen bij niet waghten tot den sterfdagh
als wanheer minder recht soude hebben, als van dese &ies twijfele
niet oft sal bij deerste occasie een niuw proces hebben, oft ick
moet hun ontrent het besten hert abandonnere & maer aen nemay
watte te crijgen is, het aspil moet seherlijck geintent eert
worden en men ceen het onvervolght laeten op dat de sententie
niet en soude gaen in craght ven geweijsde, gelijck ue gelieft
te noteren
de talle tegens Jan van bossche is van soo groot gevolgh niet, de
salie principael is geobtineert, terwijlen hij den iedt moet doen
over sulx gelieve een niuwe requeste op te stellen ten eynde
aen hem geordonneert wordt in gevolge de sententie de doen
den hede bij fijne presentatie vermelt & aen mij te laten
volgen den besten pant die gescosen sal worden. de twee
protesten van appel, over dese twee saken sijn geschiedt
p 14 july 1742 tot uen naeright
ul antwoordt benevens het geregvireerde afwaghtenie