Letter from Melijn archive
Item
-
Title
-
Letter from Melijn archive
-
Description
-
en
MOMU_T94_192_0234
-
Date Created
-
27/11/2015
-
page start
-
en
234
-
Language
-
en
nl
-
textline_id
-
en
region_1644590813559_4097l10
-
status
-
en
unreviewed
-
transcript of
-
en
Ady 24 gber 1742
sendt den heere raedt Coppens
de destructien die wij gehadt hebben sedert int vertreck van
mevrouw us: liefste is niet om te melden, gelijck ick
genoechsaem afmeten can, terwijlen il tselve beproest
heeft als fisken oock de pockekens gehadt heeft, tis
mi, godt danck, gedaen, &
door de groote broulden hebben wij vergeten de twee cassies
balsem ue toe te senden & in gevolge ue ordres die wij
gisteren door den kneght van dheer van wessel ontfangen
hebben, sullen de selve hier laeten tegens ue over comiste
de furateurt van den boedel van de wed: Jan Carlo Maes,
souden geirne de distributien doen, vant gene bevonden is
geworden, dogh hebben geraden gevonden om alle genistij de
bij purge cliviel, met cimpositie van een eenwigh getwijgh,
al eerst in te daghen, alle de gene die tot laske Jan den
boedel mi oft hier naermaelt souden willen pretenderen eenigh
recht van te compareren in den rade van brabant op 13 febru
1743 & is int part sculier gedaeght dheer Jacob de lannoy, mode
den heere raede coppens tot gendt, ende den heere melijn tot
antwerpen, volgens billier mij ter hant gestelt, sijnde
tijdts genoech, om onse pretentie, tuwier oversomste
over te leveren
drse fillekens, sijn ue alle danck baeo
18